Welke verschillende methoden worden gebruikt om te dimmen?

Er zijn verschillende methoden beschikbaar om verlichting te dimmen. Deze dimmethoden zijn onderverdeeld in drie groepen:

• Dimmen van elektrisch potentiaal (vermogensvermindering): fasecontrole
• Dimmen van stuursignaal (analoog): 0-10V, 1-10V
• Dimmen van stuursignaal (digitaal): VANAF DAAR

Fase controle

Fasecontrole is een dimtechniek op basis van de elektrische draad die vaak wordt gebruikt voor halogeen- en gloeilampen. Het "knipt" een deel van de sinusgolf van de wisselstroom om het licht te dimmen. De volgende voorbeelden zullen dit duidelijk maken.

Toonaangevende faseregeling

Wanneer een fase wordt onderbroken (dwz beperkt), zal de spanning pas na een bepaalde tijd stromen na de nuldoorgang (dwz de sinusgolf die de horizontale as kruist). Alleen het laatste deel van de golf wordt uitgezonden. Deze wachttijd kan worden bepaald met behulp van een eenvoudige weerstand-condensator of digitale schakelaars. Deze dimtechniek is geschikt voor zowel inductieve als resistieve belastingen (traditionele magnetische ballast).

Achterste fase fasecontrole

Met fasecontrole wordt de spanning afgesneden vóór het einde van de sinusgolf zodat alleen het eerste deel wordt overgedragen. Deze dimtechniek wordt gebruikt voor capacitieve belastingen (EVSA).

Fase controle

Soms is zowel fase- als voorloopfasebesturing mogelijk. Deze golf combineert het bovengenoemde:

1 10-V

Met een dimtechniek van 1-10 V wordt een signaal verzonden tussen 1 V en 10 V. 10 V is de maximale hoeveelheid (100%) en 1 V is de minimale hoeveelheid (10%).

0 10-V

Zendt een signaal tussen 0 en 10 V. De output van de lamp wordt zodanig geschaald dat een spanning van 10 V 100% lichtopbrengst levert. En 0 V biedt de minste lichtopbrengst.

DALI

DALI staat voor Digital Addressable Lighting Interface. Het is een internationale norm die bepaalt hoe een verlichtingsinstallatie moet communiceren met besturings- en stuursystemen.

Belangrijk om te weten is dat DALI onafhankelijk is van fabrikanten. Dit betekent dat het mogelijk is om verschillende merken componenten in hetzelfde systeem te gebruiken.

Elk systeem bestaat uit een controller en maximaal 64 verlichtingscomponenten, zoals een ballast. Elk van deze componenten krijgt een uniek adres. De controller kan deze componenten besturen omdat het DALI-systeem gegevens kan verzenden en ontvangen.

DALI is dimbaar van 0-100%.

Ingebouwde dimmers

Er zijn twee soorten ingebouwde dimmers: draai- of drukknop.

Een draaiknopdimmer kan worden ingedrukt om lichten in of uit te schakelen. Draai aan de knop om de lichtintensiteit te selecteren.

Een drukknop werkt volgens hetzelfde aan-uitprincipe. Om de lichtintensiteit te wijzigen, moet u echter de knop ingedrukt houden. Sommige drukknopdimmers wisselen elkaar af (de helderheid neemt toe tijdens de eerste lange druk, dimmen vindt plaats tijdens de tweede lange druk). Andere drukknopdimmers bereiken een specifiek percentage (helderheid neemt toe tot een specifieke intensiteit wanneer N procent wordt bereikt en dimt vervolgens opnieuw).